Snel, persoonlijk en betrokken
Beëdigd letselschadeadvocaat
Geen kosten voor slachtoffers
Je bent betrokken bij een ongeval met meerdere voertuigen. Maar het ongeval lijkt in ieder geval niet jouw schuld. Hoe en op wie kun je je schade verhalen? De zogenoemde Schuldloze derde-regeling kan je mogelijk helpen.
Een schuldloze derde is een verkeersslachtoffer dat zonder schuld schade lijdt als gevolg van een aanrijding tussen ten minste twee (motor)voertuigen. De toedracht van het ongeval moet echter onduidelijk zijn: er moet een discussie bestaan over wie schuld heeft aan het ongeval en het moet aannemelijk zijn dat deze derde geen schuld heeft aan het (ontstaan van) het ongeval.
De bedrijfsregeling Schuldloze derde (BR 7) is in het leven geroepen voor slachtoffers die bij een ongeval betrokken zijn en tussen wal en schip dreigen te vallen bij een aansprakelijkheidsdiscussie tussen twee of meer verzekeraars. Als een benadeelde kan (ook) worden beschouwd een ‘schuldloze in- of opzittende of schuldloze derde’. Dit kan dus een bijrijder of een andere verkeersdeelnemer zijn, maar ook een derde-betrokkene. Als een zaak van een schuldloze derde wordt beschadigd, waarbij die derde niet aanwezig is, dan kan deze betrokkene ook als schuldloze derde worden aangemerkt (bijvoorbeeld een eigenaar van een geparkeerde auto die schade lijdt door een aanrijding).
Uit de toelichting op de bedrijfsregeling volgt dat deze beoogt te voorkomen dat een schuldloze derde wordt verwezen naar een andere verzekeraar met de motivering dat die andere verzekeraar moet worden aangesproken. Aansprakelijkheidsdiscussies kunnen erg lang duren als alle betrokken partijen de aansprakelijkheid afwijzen. De schuldloze derde kan zich daarom rechtstreeks tot een partij wenden en deze partij zal de schade moeten vergoeden. Zodoende hoeft er niet gewacht te worden met het claimen van de schade tot daadwerkelijk vaststaat wie die schade moet dragen. Die eerst aangesproken partij moet deze schade voorschieten, vooruitlopend op een definitieve erkenning van de aansprakelijkheid door één van de partijen. Nadien zullen de verzekeraars zelf onderling moeten uitzoeken wie voor welk deel de schadevergoedingsplicht draagt.
Een slachtoffer kan materiële schade opvoeren, zoals ziektekosten, reparatiekosten en inkomstenderving, maar ook immateriële schade (smartengeld). Het is belangrijk dat geleden schade zo concreet mogelijk wordt onderbouwd. Bewaar dus zoveel mogelijk bewijsmateriaal, zodat alle schadeposten goed in kaart gebracht kunnen worden.
Zoals de benaming ‘schuldloos’ doet vermoeden, moet een schuldloze derde zelf geen blaam treffen voor wat betreft (het ontstaan van) het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat de schadelijdende partij part noch deel heeft aan het ontstaan van een schadegeval. Dit staat los van de eventuele eigen schuld van betrokkene betreffende de gevolgen van het ongeval: een schuldloze derde blijft – zo volgt in beginsel uit de toelichting van de bedrijfsregeling - een schuldloze derde, ook al treft hem wel schuld aan de omvang van de geleden schade. Een derde kan dus ook een beroep doen op de bedrijfsregeling als bijvoorbeeld bij een beschonken bestuurder, danwel iemand zonder rijbewijs (joyriding) in de auto is gestapt of geen autogordel of helm is gedragen. De eigen schuld (ex art. 6:101 BW) van de derde speelt dan wel een rol bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding. Naarmate de eigen schuld een grotere bijdrage heeft geleverd aan de schadeomvang, zal de schade ook voor een groter deel voor het eigen risico van het slachtoffer komen. Zie ter illustratie de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2019:2274).
Indien de schuldloze derde ten gevolge van het schadegeval is overleden, zullen diens nabestaanden als schuldloze derden worden aangemerkt.
De werkgever die het loon van zijn gewonde werknemer doorbetaalt geldt ook niet als schuldloze derde. Anders gezegd: personen of instanties met een eigen recht kunnen geen beroep op deze bedrijfsregeling doen.